5 november, exact twee weken geleden, zag ik Spoon in de Vooruit te Gent. Ik schreef toen mijn gedachten over het optreden neer voor het geweldige Gentse studentenblad Schamper: ziehier. Voor de geïnteresseerden, hier diezelfde recensie, maar dan met een eigen amateuristische foto.
Deze zomer haalde het beroemde Amerikaanse festival Lollapalooza Spoon als sub-headliner binnen. De Texaanse indierockers werden hoger geprogrammeerd dan hiphoplegende Nas, Interpol, Hozier, Kate Nash en Rudimental. Maar in België kon de band de relatief kleine zaal van de Vooruit niet vullen. Spoon weigerde het hoofd te laten hangen: hun optreden was energiek, venijnig en scherp.
Het publiek werd opgewarmd door My Sad Captains. De vier jongemannen uit Londen hebben al drie albums op zak en bezitten nog steeds geen uniek geluid. Hun muziek was te eenvoudig: boven een overdaad aan echo weerklonk een nonchalante stem die wel erg vaak deed denken aan The Notwist. Elk nummer was gebouwd op sfeer en herhaling. Het repetitieve werd zo ver doorgedreven dat de zanger voortdurend zijn gitaarlijnen nazong, waardoor de aangeboden melodieën schaars en voorspelbaar waren. Vooralsnog hoort My Sad Captains thuis in het voorprogramma.
Knock Knock Knock
Het kwaliteitsverschil met Spoon was opmerkelijk. De gemoedelijke sfeer die My Sad Captains in de zaal had opgebouwd, werd brutaal verbroken door een strak drumpatroon, struikelende gitaarakkoorden en occasionele noise-uitbarstingen. Spoon opende met Knock Knock Knock en Rent I Pay van hun jongste plaat They Want My Soul, maar een leek kon onmogelijk hun nieuwe werk van hun klassiekers onderscheiden. Meer nog, de recente single Do You vormde één van de hoogtepunten van de avond. Zanger Britt Daniel bezit de gave om zwaardere thema’s aantrekkelijk te verpakken: de tutu-tutu’s en het catchy refrein contrasteren met zijn teksten rond relatiesleur en depressie. Ondergetekende onderdrukte nauwelijks de neiging om Daniels woorden mee te zingen: “You tiptoe for ages / And lose yourself / Flipping back pages / Unbuckling belts / Oh love, that’s the way love comes.”
Het optreden was niet uitverkocht en het publiek was – zeker gedurende het eerste uur – mak, maar dat kon Britt Daniel weinig deren. Hij bekende dat hij zijn vorige passage in de Vooruit reeds vergeten is, waarna hij zijn schouders ophaalde en het swingende You Got Yr. Cherry Bomb inzette. Daniels stem klonk even bezield als op plaat, terwijl de instrumenten smeriger uit de hoek kwam. Britt stond op het podium met een openhangend kostuumvest, daaronder droeg hij een t-shirt met de vraag “Who killed Bambi?” op. Het is een referentie naar een onuitgebrachte film van en over The Sex Pistols. In essentie brengt Spoon beatlesque pop, maar met de weerhaken van post-punk en de schwung van soul. De eigenheid van Spoon werd bewezen door het brengen van drie covers. Don’t You Evah werd geschreven door The Natural History, I Just Don’t Understand door Ann-Margret en Remember door John Lennon, maar woensdagavond waren die nummers van Spoon en van niemand anders.
Underdog
De set had enkele gebreken. Tijdens The Ghost Of You Lingers en Inside Out experimenteerde de band met synthesizers en geluidseffecten, maar het resultaat was onnodig chaotisch en complex. Daarnaast was Daniel vaak slordig in zijn zang en gitaarspel, wat onder meer resulteerde in de valse start van Don’t Make Me A Target. Maar dat zijn kleine minpunten die niet opwegen tegen de grootste irritatie van de avond: de zaal was slechts voor de helft gevuld. Spoon sloot af met hun grootste hit The Underdog en ironisch genoeg was dat de conclusie van de avond: “You don’t wanna know about something that you don’t understand / You’ve got no fear for the underdog / That’s why you will not survive”.
0 reacties :
Een reactie posten