“It might be over soon.” Bon Ivers derde langspeler, 22, A Million, opent met wat we weten, maar liever vergeten. Dat de timing nog niet vaststaat, maar alles wel ooit voorbij zal gaan. Daar herinnert Justin Vernon ons aan, keer op keer, met zijn stem vervormd, bijna onherkenbaar. De begeleiding is weinig meer dan geknisper en een haperende synthesizerlijn, al bloeit die geleidelijk aan open met warme snaren en een zwoele sax, enkele pianonoten, en een sample uit Mahalia ’The Queen Of Gospel’ Jacksons How I Got Over. Dit openingslied is gebroken: een losse aaneenschakeling van momenten van angst en vertwijfeling, geluk en schoonheid. De kleine fragmentjes worden verbonden door weinig meer dan een traag voortstuwende energie, en Vernons herkenbare falset. Wanneer in het volgende nummer een overstuurde, industriële drumpartij wordt ingezet, is er niet langer twijfel: de wintercabine-folk van For Emma is wel degelijk Forever Ago. Dat debuut was de soundtrack van Vernons hartbreuk, maar op 22, A Million is het de muziek zelf die aan diggelen ligt.
Die eerste woorden - “It might be over soon” - sprak Justin Vernon in op een draagbare recorder tijdens een solotrip naar een Grieks eiland. Hij was er niet voor het diepe blauw van de Middellandse Zee, noch voor de majestueuze overblijfselen van de oude Grieken. Hij zocht er enkel zichzelf. Het succes van zijn twee eerste albums bleek namelijk overweldigend: Bon Iver ging snel, sneller dan Vernon aankon. Het maakte hem angstig, verward, onzeker over zijn plek in de wereld. Hij was de weg kwijt, persoonlijk en muzikaal. Te midden van Vernons dieptepunt, was “It might be over soon” niet louter een confronterende, maar ook een troostende gedachte.
Vanuit een gebrek aan directie, begon Vernon dergelijke kleine fragmentjes te verzamelen: onsamenhangende zinnen, texturen, en melodieën die telkens iets bij hem teweegbrachten. Enigmatische teksten werden vastgelegd, met verwijzingen naar cijfers, locaties, dialogen, en religie. Zowel 33 “GOD” als 666 ʇ - het teken van het beest! – staan daardoor op de tracklist: waanzinnige en cryptische titels vol symboliek. En de muziek, die is al even gefragmenteerd als de teksten: van de ronkende 10 d E A T h b R E a s T ⚄ ⚄, over de getormenteerde autotune van 715 – CRΣΣKS, langs het experimentele 21 M♢♢N WATER, tot het verlossende 8 (circle), inclusief hemelse blazers en harmonieën. Alsof dat nog niet cryptisch genoeg is, maakt Bon Iver het vaak onduidelijk wie precies aan het zingen is. Samples worden, net als Vernons stem, in dergelijke mate geknipt en bewerkt, dat ze nauwelijks te herkennen vallen. Een onoplettend oor merkt Paolo Nutini’s Iron Sky en Jim Ed Browns Morning niet op in 33 “GOD”, alhoewel ze een wezenlijk deel van dat prachtnummer uitmaken.
Voorspelbaar is het niet, al is het ook geen verrassing dat Bon Iver nog een stap verder weg van zijn akoestisch debuut zet. Hij spendeerde de laatste jaren in het gezelschap van Kanye West en James Blake - niet bepaald folkies. De losse track Heavenly Father uit 2014, waarbij Vernons stem zweeft tussen de golvende synthesizers, was ook een duidelijke voorbode. Én ondanks de veranderingen, verloor Bon Iver weinig van de intimiteit die hem zoveel jaar geleden bekend heeft gemaakt. Justin Vernon had ditmaal geen eenduidige plaat in zich. De veelzijdigheid van 22, A Million weerspiegelt zijn verwarring, zijn zoektocht. Dat maakt het album net herkenbaar, kwetsbaar, en bij momenten – veel momenten, zelfs – héél mooi. Alles verandert en alles gaat voorbij, maar als we Bon Iver zo horen, hoeft dat niet per se slecht te zijn.
Labels:
Bon Iver
Abonneren op:
Reacties posten
(
Atom
)
0 reacties :
Een reactie posten